Nieuws

Updates over NMI, onze cursussen en interessante artikelen.

Opinie: Onderwijs is een dromenland voor denktanks en romantici

Dit artikel verscheen in de Volkskrant.

Is kansengelijkheid het nieuwe politieke speeltje voor een reeks experimenten waarvan we maar moeten afwachten of het middel niet erger is dan de kwaal, vraagt het nieuw opgerichte Red het Onderwijs Team zich af.

Martin Bootsma e.a.

Het is de hoogste tijd om in te grijpen en het roer om te gooien. In Nederland kunnen kinderen steeds minder goed lezen, schrijven en rekenen, en het kennisniveau daalt, stelt de onderwijsinspectie opnieuw vast in De Staat van het Onderwijs. Ook de motivatie om te leren gaat achteruit en is lager dan in andere landen. Zelfs onze slimste leerlingen presteren minder dan de slimmeriken in andere landen. Dagelijks hebben klassen in het basisonderwijs geen leraar. In het voortgezet onderwijs vallen veel lessen uit of ze worden door onbevoegden gegeven. Het onderwijs is de sector met de meeste burn-outs. Nieuwe leraren en zij-instromers beginnen enthousiast, maar houden het snel voor gezien. Kortom, het fundament van onze moderne samenleving – het onderwijs en onze leraren – staat op losse schroeven.

Is dit nieuws? Nee. De Commissie Rinnooy Kan lanceerde al in 2007 het plan Leerkracht!, waarin te lezen viel dat Nederland aan de vooravond stond van een dramatisch kwalitatief en kwantitatief lerarentekort. Met zijn aanbevelingen is veel te weinig gedaan. De arbeidsomstandigheden van leraren worden nog steeds gekenmerkt door een te hoge werkdruk, te weinig zeggenschap en een te lage waardering.

Didactisch tekortschieten

Wij maken ons grote zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Wetenschappelijke inzichten over, bijvoorbeeld, hoe je goed taal- en rekenonderwijs kunt geven worden onvoldoende benut. Lerarenopleidingen staan vaak op te grote afstand van wat we weten uit wetenschappelijk onderzoek en zij leveren docenten af die vakinhoudelijk én didactisch tekortschieten.

Ondanks hoopgevende initiatieven, zoals de academische Pabo, houden academisch opgeleide leraren het vooralsnog al snel voor gezien, ook in het voortgezet onderwijs. De band tussen onderwijs en wetenschap is verzwakt en moet worden hersteld. En tegelijkertijd moet de wetenschap in overleg met het werkveld meer verantwoordelijkheid nemen voor dat wat er in het funderend onderwijs gebeurt.

Onderwijsbestuur is een omvangrijk web geworden van organisaties, adviesraden en koepelorganisaties. Besturen willen voortdurend ‘innoveren’ om zich zo te onderscheiden van andere scholen. Ze staan op te grote afstand van de problemen en het werken in de klas. Het gevolg is dat onderwijsbeleid een wereld op zichzelf is geworden. Er staan te veel stuurlui vanaf de wal te roepen waar het heen moet en wat er in de klas moet gebeuren.

Leraren staan buitenspel

Symbool hiervan is het project Onderwijs32, voortgezet als Curriculum.nu. Uitgerold door de toenmalige staatssecretaris Sander Dekker, zonder voorafgaande probleemanalyse en tegen de adviezen van de parlementaire enquêtecommissie van Dijsselbloem in. Onderwijs als dromenland voor denktanks en romantici. Het gevolg is dat leraren buitenspel staan en dat wordt niet opgelost door er voor de vorm een paar uit te nodigen voor werkgroepen.

De komende tijd zal het bevorderen van kansengelijkheid centraal staan. Een aantal partijen stelt vergaande hervormingen voor om ongelijkheid tegen te gaan. Scholen voor 10- tot 14-jarigen. Afschaffen van de huidige diploma’s. Invoering van het Angelsaksische systeem van a-, b- en c- levels.

Is de kansengelijkheid in Engeland groter? Zitten leraren te wachten op een systeem waarin zij leercoach worden bij maatwerktrajecten, zoals in het advies van de Onderwijsraad over een liefst driejarige brugperiode voor alle leerlingen, van basis vmbo tot en met gymnasium? Zal hierdoor hun werkplezier toenemen? Zorgt dit er echt voor dat de kwaliteit van het onderwijs en de kansengelijkheid verbeteren? Is kansengelijkheid het nieuwe politieke speeltje voor een reeks experimenten waarvan we maar moeten afwachten of het middel niet erger is dan de kwaal?

Vervreemding

Onderwijsbeleid schiet in Nederland voortdurend door in uitersten en is vooral op de korte termijn gericht. Eerst sturen inspectie en het ministerie eenzijdig op opbrengsten en diplomarendement. De ranglijstjes van scholen in de krant zijn maatgevend. Nu blijkt dat dit systeem van ranking vastloopt en hierdoor de kansenongelijkheid toeneemt, willen partijen helemaal geen centraal examen of diploma’s meer. Symptoom van vervreemding tussen beleid en de werkvloer.

Zolang de basis niet op orde is, versnelt onderwijsbeleid de vrije val waarin we terecht zijn gekomen. Daarom hebben wij het Red het Onderwijs Team opgericht. Een groep ervaren wetenschappers en leraren(-opleiders) die politiek en beleid de komende tijd kritisch gaan volgen. We zullen rode, gele en groene kaarten uitdelen. Met als belangrijkste criteria: draagt het voorstel bij aan het terugdringen van zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve lerarentekort, wordt het onderwijs hierdoor beter en worden de voorgestelde middelen doelmatig besteed?

Miljarden in het onderwijs pompen zonder plan voor structurele verbeteringen: een rode kaart! Een nieuwe leerweg voor het vmbo die neerkomt op minder leren: een rode kaart! Een herziening van het bevoegdhedenstelsel zonder deugdelijke analyse vooraf: een rode kaart! Bij alles wat beleidsmakers voorstellen moet vooraf onderzocht zijn of leraren er enthousiast van worden. Zonder goede leraren kunnen leerlingen niet centraal staan en is kansengelijkheid het nieuwe speeltje van de SLO/Kennisnet, bestuurders en politici. Daarom minister, red ons onderwijs en begin bij de werkvloer, want daar gebeurt het – en niet in de bestuurskamer.

Het Red het Onderwijs Team bestaat uit:

Martin Bootsma (docent bo), Anna Bosman (hoogleraar pedagogiek en lerarenopleider), Sezgin Cihangir (directeur Nederlands Mathematisch Instituut), Jan Drentje (schoolleider, leraar, wetenschapper), Ton van Haperen (docent vo, lerarenopleider), Paul Kirschner (emeritus-hoogleraar onderwijspsychologie), Gerard Verhoef (lerarenopleider, bestuurslid BON) en Theo Witte (vakdidacticus en lerarenopleider).

Relevante artikelen