Nieuws

Updates over NMI, onze cursussen en interessante artikelen.

Opinie: Toestand in Nederland doet mij denken aan Turkije in de jaren tachtig

Dit artikel verscheen in Trouw.

Sezgin Cihangir zag in zijn jeugd de onveiligheid in Turkije. Ook het aanvankelijk vrije Nederland roept die gevoelens steeds meer op, schrijft de directeur van het Nederlands Mathematisch Instituut.

Sezgin Cihangir

Vertrouwen in de overheid is het fundament van elke geciviliseerde samenleving. Zonder dit vertrouwen zullen de burgers het beleid niet volgen, de autoriteiten niet gehoorzamen, minder bereid zijn belasting te betalen en vaker in opstand komen. Kijk maar naar de rellen in Rotterdam en Eindhoven. Als de overheid niets doet aan het herstel van dat vertrouwen, zullen die opstanden steeds frequenter, harder en massaler worden.

In een interview in de Volkskrant bespreekt hoogleraar staatsrecht Wim Voermans hoe de ‘Rutte-doctrine’ in de afgelopen tien jaar ons vertrouwen in de democratie stelselmatig heeft ondermijnd. Door bijvoorbeeld de Tweede Kamer steeds informatie te ontzeggen, zelfs toen hij in de parlementaire enquête over de toeslagenaffaire verhoord werd. De manier waarop het coronabeleid al vanaf het begin wordt uitgevoerd, tot aan deze laatste buitenproportionele lockdown, de kwestie ‘functie elders’, de mondkapjesdeal van Sywert van Lienden en de Pandora-aandelen van Wopke Hoekstra zijn de gebeurtenissen die het sterkste het beeld van een niet-transparante en onbetrouwbare overheid versterken.

Nederland doet denken aan Turkije in de jaren tachtig

De toestanden in het Nederland van nu doen me ongewild steeds vaker denken aan de situatie in Turkije van de jaren tachtig. Het volk was net bijgekomen van de bloedige burgeroorlog tussen de links-radicale groeperingen en de fascisten. Na de militaire coup domineerde het leger nagenoeg elk domein van de samenleving. Als ik terugdenk aan mijn jeugd in Turkije, denk ik ook aan de willekeurige controles op straat door politie en leger. In een grote stad als Ankara kon je opeens staande gehouden worden. Bussen, taxi’s en auto’s werden met enige regelmaat zomaar stilgezet. Wie geen identificatiebewijs bij zich had, kon zeker zijn van een nachtje cel of zelfs lange nachtelijke ondervragingen die niet zelden eindigden met zware folteringen.

Deze controles waren vooral bedoeld om het vertrouwen in de overheid en daarmee ook de sociale veiligheid te bevorderen. De sociale veiligheid die tijdens het beëindigen van de burgeroorlog bereikt was door meer dan vijftigduizend mensen achter de tralies te stoppen, zonder een proces. Velen van hen zijn spoorloos verdwenen.

Hoewel we in Nederland nog ver verwijderd zijn van dergelijke oppressieve toestanden, moeten we niet onderschatten hoe onderdrukt mensen zich voelen in dit coronatijdperk, waarbij 2G- en 3G-beleidsmaatregelen aangekondigd worden en binnen een week tijd van code oranje naar code rood wordt overgeschakeld. Mensen zijn niet zeker of ze nog volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving waartoe ze tot voor kort zonder meer behoorden. De dreiging van sociale uitsluiting leidt tot angst voor wat er komen gaat.

Volgens sociaal psycholoog Lotte van Dillen in een podcast van De Nieuwe Wereld kan juist deze angst het vertrouwen ondermijnen. De angst en de dreiging van uitsluiting en onderdrukking werken als een katalysator voor het alsmaar dalende vertrouwen in de overheid. De groep mensen die de overheid wantrouwt, wordt steeds groter. Deze burgers worden ook hardnekkiger in hun overtuigingen: ze verliezen hun vertrouwen in de wetenschap en de experts. Ze voelen zich weggezet, gemarginaliseerd, gedwongen tot het nemen van een vaccin.

Nederland was een ongekend tolerant land

De sociale onveiligheid en de vrijheidsbeperking die veel mensen nu in Nederland ervaren, lijken op hoe mensen zich voelden in het Turkije van de jaren tachtig. En de met de ijzeren vuist van het leger afgedwongen sociale veiligheid en vrijheidsbeperkingen waren nou juist de redenen voor mij om in 1993 naar Nederland te komen om de ongedwongen veiligheid en vrijheid te belijden. Het Nederland dat ik toen aantrof, was een ongekend tolerant land. Het was, ondanks Hans Janmaat, een vrije, vreedzame en rustige samenleving. De verzorgingsstaat vierde hoogtij ondanks dat het neoliberalisme net in gang was gezet. De onderklasse en migranten konden relatief veel rekenen op een betrouwbare overheid. Praktijken als de toeslagenaffaire waren ver te zoeken. Het was goed gesteld met de geheugens van onze leiders als Ruud Lubbers en Wim Kok, die een natuurlijk aura van staatshoofden hadden.

In het Nederland van nu is de overheid een onzichtbaar, onbetrouwbaar bureaucratisch monster geworden. Dagelijks lezen we in de krant over Kafkaëske taferelen. We worden geregeerd door een minister-president die zich als een kameleon met gemak aan elke politieke verandering aanpast en doet alsof hij het geheugen van een goudvis heeft. Nu het hem politiek opportuun lijkt, is hij al van mening veranderd over het 2G- of 3G- beleid. Kijk maar even terug naar het online VVD congres. Wonderlijk hoe hij ook hiermee wegkomt.

De formatie heeft idioot lang geduurd. Ondertussen gaat de onderklasse (en steeds vaker ook de middenklasse) gebukt onder te hoge huizenprijzen, gebrek aan betaalbare huurwoningen en exorbitant hoge energieprijzen. Voor goed onderwijs moeten de meeste ouders uitwijken naar commerciële bijlesinstituten en voor goede gezondheidszorg moeten burgers naar particuliere klinieken. De tweedeling in de samenleving, de haves en de havenots, lijkt voltooid. Geen van de heersende politieke partijen lijkt hier echt de ernst van in te zien. Ook het nieuwe regeerakkoord biedt helaas weinig perspectief op een rechtvaardig, sociaal en solidair Nederland. ‘Vooruitkijken naar de toekomst’ onder het Rutte-bewind, dat doe ik met lede ogen.

Relevante artikelen