Interview in het Parool: Hoe bijles voor groeiende ongelijkheid kan zorgen – en wat we er aan kunnen doen
Dit interview verscheen in het Het Parool.
In de jacht op goede schoolresultaten is bijles booming business geworden. Maar niet iedereen kan die lessen betalen. Gelukkig zijn er Amsterdammers die deze ongelijkheid bestrijden.
Raounak Khaddari
Het reguliere onderwijs staat onder druk. Ouders en kinderen zoeken daarom steeds vaker naar alternatieven om (basis)kennis goed of beter onder de knie te krijgen. Kinderen zijn na schooltijd niet klaar, maar zetten hun lesdag voort bij particuliere organisaties voor bijles, huiswerkbegeleiding, een-op-eentutoring of een snelcursus. In de afgelopen 25 jaar zijn de uitgaven aan aanvullend onderwijs meer dan vertienvoudigd.
De groeiende bijlesindustrie is een teken van stress, zegt onderwijswethouder Marjolein Moorman. “Als je het op school goed leert, zou bijles niet nodig moeten zijn.”
Maar daar schuilt net het probleem. Vrijwel alle Amsterdamse scholen worstelen met een lerarentekort, wat de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komt. Door de schoolsluitingen tijdens de lockdowns hebben kinderen bovendien grote leerachterstanden opgelopen, vooral op het gebied van rekenen en Nederlandse leesvaardigheid. En dat zou nog tot daaraan toe zijn, als het selectiemoment voor het onderwijsniveau niet al zo vroeg, op de basisschool, zou liggen. Moorman: “Dat systeem zorgt ervoor dat jonge kinderen gedwongen worden te laten zien waar ze staan.”
Dus grijpen ouders naar bijles. “Je kunt dat individuele ouders niet kwalijk nemen, maar het is een zorgelijke ontwikkeling. Het kan de ongelijkheid onder kinderen ontzettend vergroten.”
‘Niet iedereen kan het betalen’
Bijles, ooit bedoeld om gaten te dichten, groeit steeds meer uit naar een standaard aanvulling voor wie het zich kan permitteren. Schaduwonderwijs dus. Moorman: “Wat er eigenlijk gebeurt, is dat het onderwijs wordt geprivatiseerd. Je verlegt het mandaat van het onderwijs van de school naar erbuiten.”
Goedkoop is het niet. Bij het Nederlands Mathematisch Instituut kost een rekencursus van 14 weken 1790 euro per kind. De cursus Foutloos Rekenen (12 weken) kost 1850 euro. Vorig jaar maakten zo’n duizend basisschoolleerlingen gebruik van de reken- en taalcursussen van het bedrijf. Dit jaar zijn het er al 2500.
“Ja, het is veel geld,” zegt Sezgin Cihangir, oprichter van het instituut en lid van Team Red het Onderwijs. “Niet iedereen kan het betalen. Ik zeg ook eerlijk: ik heb een goedlopend bedrijf en mijn werk is leuk, maar als we goed onderwijs hadden, zou een bedrijf als dat van mij niet bestaan. Ik creëer geen kansenongelijkheid, ik voorzie mensen in hun behoeften. Het reguliere onderwijs – daar gaat het mis.”
Schaduwonderwijs
Het bijscholingsbedrijf van Cihangir is lang niet het enige dat gedijt bij de problemen in het onderwijs. Uit de jaarlijkse rapportage Staat van het Onderwijs van de onderwijsinspectie blijkt dat schaduwonderwijs een enorme groei doormaakt.
Onlangs haalde het platform Bijles Aan Huis een half miljoen euro aan investeringen op. De uitgaven aan bijlessen stegen in de afgelopen 25 jaar van 26 miljoen naar 284 miljoen euro per jaar, en die lijn zet door. Maar liefst 1 op de 3 middelbare scholieren en een kwart van de basisschoolleerlingen maakt gebruik van aanvullend onderwijs.
Maar lang niet iedereen kan bijles betalen. Als kinderen uit hogere sociaal-economische milieus zich laten bijspijkeren en andere kinderen niet, vergroot dat de kloof tussen arm en rijk.
Meer zelfvertrouwen
Geef dan bijles op school, vindt Bowen Paulle, directeur van Stichting The Bridge Learning Interventions. Zijn stichting biedt bijles aan op acht basisscholen in Amsterdam-Zuidoost. Leerlingen krijgen onder schooltijd een drie uur extra rekenles, gefinancierd door de gemeente. Uit onderzoek blijkt dat na een half jaar ongeveer de helft van de leerlingen een half niveau hoger scoort op de Cito-rekentoetsen en 15 procent zelfs een volledig niveau hoger.
De stichting werkt met de Amerikaanse methode van High Dosage Tutoring (HDT), waarbij kinderen uit het basis- en het middelbare onderwijs twee tot vijf uur per week extra rekenles krijgen in groepjes van twee leerlingen en één tutor. Voordat Paulle The Bridge Learning Interventions oprichtte, deed hij aan de UvA onderzoek naar de effecten van HDT in Nederland.
De methode richt zich alleen op rekenen, omdat kinderen met rekenen sneller succes boeken dan met taal. Zo krijgen kinderen meer zelfvertrouwen, waardoor ze zich beter voelen over zichzelf – wat ook de leerprestaties op andere vlakken ten goede komt.
“Het werkt niet om, ongetwijfeld met allerlei goede bedoelingen, geld tegen een probleem aan te gooien en dan te denken dat het wordt opgelost,” zegt Paulle. “We moeten aan de slag met wetenschappelijk bewezen interventies en bewezen effectief uitvoerende partijen om ervoor te zorgen dat kansarme kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben. Als we accepteren dat alleen kansrijke kinderen profiteren van privélessen en kansarme kinderen niet, dragen al die bijlessen bij aan de toenemende ongelijkheid. Dat is geen rocket science. Maar we zijn er zelf bij.”
Lifecoaches
Lang niet alle Amsterdamse kinderen kunnen gebruikmaken van HDT. Voor anderen die niet het geld hebben voor onderwijs buiten school zet Abdelhamid Idrissi zich in. Tien jaar geleden zette hij de eerste Studiezalen op in Amsterdam. Inmiddels zijn het er 41, in Amsterdam en Zaandam. “Jongeren komen bij ons voor bijles, maar eigenlijk werken hier lifecoaches. We helpen kinderen met hun huiswerk, maar ook met vragen over identiteit, relaties, het leven of als ze bijvoorbeeld een stageplek nodig hebben.”
De hulp is gratis voor wie niets kan missen. “En als je tien euro per jaar kunt betalen, is dat ook goed. We doen geen financiële checks. We krijgen financiering van de gemeente, maar ook particulieren en bedrijven.”
Idrissi helpt met zijn bedrijf 1200 kinderen. Er staan er nog zeker duizend op de wachtlijst. En elke week komen er kinderen bij.
Wij zijn het NMI
Het Nederlands Mathematisch Instituut (NMI) is een vooraanstaand onderzoekscentrum dat zich richt op wiskundig onderzoek en onderwijs.